zondag 18 juni 2017

Eiwit opname / Protein uptake (Nederlands/English after the break)

Dit is deel twee van de miniserie over macronutrient opname. Deze keer zal ik de afbraak en opname van eiwitten bespreken. Ook deze informatie komt uit het boek 'Medical Physiology' van Boron & Boulpaep, 2e editie. Mijn doel in deze post wasom de afbeeldingen voor zich te laten spreken en zo weinig mogelijk extra tekst toe te voegen. Ik hoop dat je wil laten weten hoe goed dat gelukt is :). 

Wat ik in de tekst van de blog zet is niet altijd belangrijk voor het begrip, maar vooral extra info voor de liefhebber.

Let wel op: voor het begrip van deze post is het goed om de vorige post gelezen te hebben, omdat ik dezelfde weergave van bijvoorbeeld zout ionen en enzymen gebruik.
Wat ik bij de vorige post was vergeten te vermelden: de paars-getinte tekstblokken zijn de hoofdlijn, de groen-getinte tekstblokken zijn extra details en weetjes, maar niet essentieel voor het begrip. Voor mensen die iets meer diepgang willen.


Eiwitten zitten in bijna elk type voedsel, tenzij het heel erg ver verwerkt is. Zowel planten als dieren maken eiwitten. Eigenlijk maken alle levende organismes eiwitten (met de uitzondering van virussen, maar je zou kunnen zeggen dat die niet echt 'leven').


Voor meer info over pepsine: zie ook de posts over maagzuur regulatie. (Basics - Advanced)

Pro-enzymen worden vaak ook geactiveerd door al geactiveerde vormen van het enzym. Bijvoorbeeld: propepsine kan aangezet worden door pepsine. Hierdoor ontstaat een versterkende reactie: hoe meer enzym actief is, hoe meer van het enzym geactiveerd kan worden en andere enzymen kan activeren. Dit is een positieve feedback loop: het resultaat van het proces stimuleert het proces.

Feitje over trypsine: dit is een enzym dat veel in laboratoria wordt gebruikt bij het kweken van cellen (ik weet dit uit eigen ervaring). Cellen worden vaak gekweekt in schaaltjes of flessen. Sommige cellen zweven in het medium (de kweekvloeistof), maar andere plakken vast aan de bodem. De cellen die vastplakken krijg je makkelijk los door trypsine toe te voegen. Trypsine knipt aan de buitenkant van de cellen het houvast weg, waardoor de cellen loskomen van de schaal of fles. De cellen vinden dat niet echt leuk, dus je moet het niet te lang of te vaak doen.


Transport van oligopeptiden en aminozuren wordt met zout ionen aangedreven. Die vorm van aandrijving wordt heel veel gebruikt in het lichaam, dus het is goed om dat echt te snappen. Ik hoor het graag als meer uitleg nodig is voor het begrip.

In tegenstelling tot koolhydraten, hoeven eiwitten niet helemaal afgebroken te worden tot aminozuren om de darmcellen in te komen. Dat komt door de oligopeptide transporters. Volgens Boron & Boulpaep (mijn studieboek) is het efficienter en sneller voor de cel om 2-4 aminozuren per keer op te nemen als oligopeptide dan om dezelfde hoeveelheid aminozuren stuk voor stuk op te nemen.

De volgende en laatste post in deze miniserie zal de afbraak en opname van vetten bespreken (mijn energiebron bij voorkeur ;) ). Natuurlijk bewaar ik het beste (en meest ingewikkelde) voor het laatst!