vrijdag 26 mei 2017

Koolhydraat opname / Carbohydrate uptake (Nederlands/English after the break)

Dit is deel 1 van een 3-delige serie over hoe de drie macronutrienten (koolhydraten - eiwitten - vetten) worden opgenomen in het lichaam. Hierbij leg ik uit hoe verteringsenzymen voedsel afbreken en de darmen de voedingsstoffen opnemen in het lichaam. Deze informatie komt uit het boek 'Medical Physiology' 2e editie door Boron & Boulpaep.

Mijn uitdaging met deze serie is om zo weinig mogelijk uitleg in de blogpost toe te voegen. In plaats daarvan staat de meest essentiele informatie in de figuren zelf. Wat leuke weetjes of extra detail zal ik in de tekst van de blogpost zetten. 


Een overzicht van de verschillende suikers die in voeding voorkomen en een legenda voor de schematische weergave hiervan in de volgende figuren.


Complexe koolhydraten zijn voornamelijk zetmeel uit planten en glycogeen uit het vlees van dieren. Dit zijn lange koolhydraat ketens (veel langer dan hier weergegeven). Afhankelijk van de bron, kunnen de ketens een millioen koolhydraat ringen bevatten.


Het voorvoegsel 'oligo-' wordt gebruikt om 'een paar' aan te duiden (ik weet niet wat de exacte definitie is in deze context). Het 'mono-' voorvoegsel betekent '1', dus hier is een monosaccharide 1 losse koolhydraat ring. De benaming voor complexe koolhydraten is ook polysacchariden, waar 'poly-' vertaald wordt naar 'veel'. 
De enzymen zijn vernoemd naar de disaccharide (2 koolhydraat keten) die ze kunnen knippen. Lactase knipt lactose (melksuiker), dat bestaat uit glucose en galactose. Sucrase knipt sucrose (kristalsuiker), wat bestaat uit glucose en fructose. 


Het gebruik van natrium als versnelling van transporters wordt heel veel toegepast in het lichaam, ook voor andere transporters op andere cellen. 
PS: de transporter die natrium en kalium uitwisselt (Na-K exchanger) is nodig om het natrium de cel weer uit te krijgen, zodat natrium het transport van glucose vanuit het darm lumen kan versnellen. Vanzelfsprekend zijn er veel meer transporters die darm epitheel cellen hebben, maar ik hou het nu even simpel ;).

Deel 2 van deze serie zal gaan over eiwitten. Deel 3 sluit af met vetten.


This is part 1 of a 3-part series about how the three macronutrients (carbohydrates - proteins - fats) are absorbed by the body. Here I explain how digestive enzymes break down food and how the intestines take up nutrients into the body. The textbook 'Medical Physiology' 2nd edition by Boron & Boulpaep is the source of this information.

The challenge of this series is to create complete figures that do not require much or any additional explanation. All essential info is listed in the figure itself in small text boxes. Interesting trivia or more detailed explanations are put in the blog post.


This is an overview of the different types of sugars commonly found in food and a legend of the schematic depictions thereof in the following figures.


Complex carbohydrates are mainly starches from plants and glycogen from animal meat. They are long carbohydrate chains (much longer than depicted here). Depending on the source, they can contain a million carbohydrate rings. 


The prefix 'oligo-' is use to indicate 'a few' (I am not sure what the exact definition is in this context). The 'mono-' prefix means 'one', so a monosaccharide indicates a single carbohydrate ring. Complex carbohydrates are also called polysaccharides, where 'poly-' means 'many / a lot'. 
The enzymes are named after the disaccharide (2 carbohydrate chains) they are able to cut. Lactase cuts lactose (milk sugar), which is made out of glucose and galactose. Sucrase cuts sucrose (table sugar), which is made out of glucose and fructose.


The use of sodium to improve the function of transporters is used in a lot of ways in the body, also for other transporters of other cell types. 
BTW: the transporter that exchanges sodium and potassium (Na-K exchanger) is needed to empty the cell of sodium, so it can be used to facilitate the uptake of glucose from the intestinal lumen. Of course, there are many other transporters used by intestinal epithelial cells, but I will keep things simple here ;). 

Part 2 of this series will be about proteins. In part 3 I will discuss fats. 

3 opmerkingen:

  1. Erg mooie en duidelijk illustraties. De tekst en illustraties vormen een 2 eenheid. Zelfs ik snap het (denk ik (-; ). Goed werk Dagnar!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Dagmar,
    Ik weet het, ik ben best laat met reageren. Beeldmateriaal zegt meer dan een heleboel woorden. Hoewel ik de materie best complex vind, lukt het je wel om mij duidelijk te maken waar wat precies gebeurt met koolhydraten die je door voeding binnenkrijgt. De -asen zijn dus enzymen, die het voedsel moeten verteren. Zitten, behalve amylase, alle -asen in je dunne darm?

    Tot zover mijn vraag. Ik ben zeker benieuwd naar je volgende blogposts. Succes!

    Groetjes,

    Cécile

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hey Cecile. Ik ben blij te horen dat je de blogpost hebt begrepen!
      Om antwoord op je vraag te geven: bij de vertering van koolhydraten klopt dat wel ongeveer (ik weet ook niet de exacte details), maar voor andere voedingsstoffen is het wat ingewikkelder (maar daar in latere posts meer over ;) ).
      In het algemeen zitten enzymen bij de spijsvertering in oplossing (gemengd door speeksel, maagzuur, pancreassappen etc.). In de darmen kunnen de enzymen ook vastzitten in de darmwand. De dunne darm heeft heel veel soorten enzymen voor het afbreken en opnemen van voedingsstoffen, maar kan niet alles uit de voeding opnemen. Een deel van de voedingsstoffen worden pas in de dikke darm opgenomen. Dat zal ook deels komen omdat daar bacterien helpen met de afbraak van voedsel dat wij zelf niet kunnen verteren.
      Hopelijk begrijp je er nu iets meer van en heb ik niet onnodig verwarring gezaaid :)

      Verwijderen