maandag 17 april 2017

Master Graduation Presentation 30-04-2017 (Dutch/English after the break)

(English version after the break)

30 Maart 2017 was de graduation ceremony van mijn master Biomedical Sciences, waarbij de masters-to-be een presentatie gaven over hun laatste stage. Ik had me hiervoor extra uitgesloofd als test van mijn vaardigheden van het ontwerpen van biomedische illustraties. In deze post laat ik de figuren zien met een korte uitleg erbij.

Mijn stage was een kort en kleinschalig vooronderzoek (pilotstudy) naar de mogelijkheden van gerichte immuuntherapie bij small cell lung cancer (SCLC) patienten, uitgevoerd bij het Norris Cancer Center in Los Angeles, USA.


SCLC, wat 15% van de longkanker gevallen opmaakt, heeft een slechte overleving van 5% van de patienten na 5 jaar. Dat is de laatste decenia niet verbeterd, en is zo slecht mede door het stadium van de kanker bij diagnose (bij 60% van de patienten al uitgezaaid/gemetastaseerd). Daarbij wordt SCLC snel resistent tegen de standaard therapie en is er nog geen goede opvolging daarop gevonden.

Een eigenschap van SCLC dat de aanleiding was voor dit onderzoek is het regelmatig voorkomen van paraneoplastic neurological syndromes (PNS). Dit zijn autoimmuun ziektes van het zenuwstelsel die alleen voorkomen in patienten met kanker. Zo'n 2-3% van SCLC patienten hebben last van PNS. Als een van de weinige voordelen hebben SCLC patienten met PNS een betere prognose voor de behandeling van de kanker.

Voor dit onderzoekproject keken we naar het eiwit HuD als doelwit voor immuuntherapie, wat ook een doelwit kan zijn van de immuunreactie bij PNS. 


HuD komt voor in het hele zenuwstelsel, maar ook in alle SCLC cellen. De autoimmuun reactie gericht op HuD maakt geen onderscheid tussen het gezonde weefsel van het zenuwstelsel en de tumor. HuD raakt soms vanzelf beschadigd. Zenuwcellen repareren dit vervolgens weer, maar het is mogelijk dat de tumor dezelfde reparaties niet of minder goed kan uitvoeren. 


Als deze theorie klopt, zou de beschadigde versie van HuD (isoaspHuD) een eiwit variant zijn die alleen in de tumor voorkomt en kan dus een specifiek doelwit vormen voor SCLC. 


Om dit te onderzoeken, maakten we gebruik van muizen die genetisch aangepast waren om SCLC te krijgen wanneer de longen werden blootgesteld aan een virale vector. Na een half jaar of meer hadden de muizen SCLC. Voor dit onderzoek gebruikten we de cellijnen die gemaakt waren van zulke tumoren. De cellijnen werden teruggeplaatst in de longen van gezonde muizen, die naar verwachting na slechts een paar maanden dan SCLC zouden hebben.


Onze verwachting was dat de normale (native) vorm van HuD niet herkend zou worden als muizen hieraan worden blootgesteld, omdat HuD altijd al voorkomt in het lichaam zonder problemen, en er dan ook geen immuun reactie zou optreden. Echter, de isoaspHuD variant zou wel gezien worden als onbekend en mogelijk gevaarlijk, waardoor een immuunreactie meetbaar zou zijn in muizen die geimmunizeerd waren met isoaspHuD. 
Voor dit onderzoek werd alleen gebruik gemaakt van een klein deel van HuD, de staart waar de beschadiging zat.


We hadden twee groepen muizen; 1 groep had SCLC cellen in de longen gekregen, en 1 groep was geimmuniseerd met HuD peptides (de native variant of de isoasp variant). Bij alle muizen keken we een paar weken na de behandeling naar de witte bloedcellen uit de milt (splenocytes) en naar markers uit het bloed. 


Bij de splenocytes werd onderzocht hoe veel ze vermenigvuldigden (proliferatie/celdeling) of hoeveel signaalstoffen (cytokines) ze maakten na te zijn blootgesteld aan ofwel SCLC cellen ofwel de HuD peptides.
In bloed werd de aanwezigheid van antilichamen tegen HuD onderzocht.


Na immunizatie maakten de muizen ook daadwerkelijk antilichamen tegen het peptide waaraan ze een paar weken eerder waren blootgesteld. Ook werden meer cytokines gemaakt door splenocytes als deze in aanraking kwamen met isoaspHuD nadat de muis daar vooraf mee was geimmuniseerd.

De celdeling was niet duidelijk anders bij muizen die verschillend waren behandeld. Wel hadden de SCLC cellen een duidelijk onderdrukkend (inhiberend) effect op de celdeling van alle splenocytes, waarbij de eerdere behandeling van de muis geen verschil maakte. 


De vermindering van splenocyte celdeling is mogelijk het gevolg van cytokines die door SCLC worden gemaakt. Bij andere tumoren wordt dit effect ook gezien en zulke vermindering van celdeling kan het gevolg zijn van een algemene onderdrukking van de witte bloedcellen door signalen die door de tumor worden afgegeven. Zelfs na activatie van witte bloedcellen, kan een immuunreactie worden stopgezet met de juiste signalen. Dit kan een hindernis zijn voor het opwekken van een immuunreactie tegen SCLC cellen en in andere tumorsoorten, waar ditzelfde probleem zich voordoet, wordt dit effect ook al onderzocht. 

dinsdag 28 februari 2017

SB003: Maagzuur / Stomach acid - advanced (Nederlands/ English after the break)

Dan nu voor het tweede deel van dit miniprojectje. Iets meer diepgang in hoe maagzuur en vertering wordt gereguleerd.



Even kort herhalen:
- Eiwitten worden in de maag afgebroken door het enzym pepsine tot kleinere stukjes, genaamd peptones.
- Pepsine ontstaat uit pepsinogeen, dat wordt gemaakt door chief cells in de maagwand.
- Maagzuur, dat wordt gemaakt door parietal cells in de maagwand, verandert pepsinogeen in pepsine en zorgt voor een zure omgeving waarin pepsine goed werkt.
- De maagwand wordt beschermd tegen het maagzuur en de pepsine door mucous cells, die een basische laag slijm (mucus) maken. Het basische milieu neutraliseert het zuur en inactiveert de pepsine.

Een belangrijk concept in het lichaam is het aan- en uitzetten van verschillende processen om een goed biologisch evenwicht (homeostase) te behouden. Het lichaam is constant aan het veranderen en er moet dan ook op tijd een compensatie zijn voordat de optimale balans verloren gaat. Het proces van constante compensaties om een optimale lichamelijke conditie te behouden, wordt homeostase genoemd. Het zijn voornamelijk de hersenen en het zenuwstelsel die alle relevante factoren in de gaten houden en het lichaam aansturen als compensatie nodig is. Dit gebeurt volledig automatisch, zolang het lichaam gezond is. 

De aanknop van de maag is het zenuwstelsel. Zodra je iets ziet om te eten, ruikt om te eten, proeft, kauwt en doorslikt, begint de maag zich al klaar te maken voor vertering. Het autonome zenuwstelsel stuurt namelijk een algemeen signaal dat de vertering moet beginnen, omdat er is/wordt/zal worden gegeten. De maag begint daardoor met het maken van zuur en pepsinogeen, en extra mucus ter bescherming.
Als het eten in de maag terecht is gekomen, is dat weer een extra signaal om maagsappen te maken. Het voedsel rekt de maag wat uit en als reactie wordt er meer zuur gemaakt.


ECL cells (EnteroChromaffin-Like cells) liggen in de maagwand onder het epitheel (dus zijn niet direct in contact met de inhoud van de maag) dicht bij de parietal cells. ECL cells maken histamine, dat ze vervolgens om zich heen loslaten. De parietal cells maken meer maagzuur als ze de histamine opmerken. 
De ECL cells zijn endocriene cellen, omdat zij de histamine in (endo) het lichaam afgeven (crien), in tegenstelling tot de parietal en chief cells, die hun producten buiten (exo) het lichaam afgeven (crien). Technisch gezien wordt de binnenkant van het verteringskanaal als 'buiten het lichaam' beschouwd, omdat het in direct contact staat met de buitenwereld zonder dat er een laag cellen tussen zit. Het verteringskanaal is grofweg een lange buis, geheel bedekt met epitheel. Alles dat zich achter het epitheel bevindt, wordt als intern milieu beschouwd (zo ongeveer).

Histamine komt misschien bekend voor in een andere context. Het is namelijk een belangrijke signaalstof voor het immuunsysteem en is hoofdzakelijk de oorzaak van de symptomen van een allergische reactie. Over het algemeen verhoogt  histamine de ontstekingsreactie, maar hier wordt het dus gebruitk in een andere context.
Kort samengevat: de ECL cell maakt histamine, wat de parietal cell aanzet tot het maken van meer zuur. Dus ECL cells verhogen de zuurtegraad van de maaginhoud.


De volgende laag van complexiteit komt vanuit de bodem van de maagwandcrypt, waar de maag endocriene cellen zich bevinden. Een soort daarvan, de G cell, maakt gastrin en verspreidt dit in de directe omgeving. Gastrin bevordert (of stimuleert) de histamine productie van ECL cells en de zuurproductie van parietal cells. Dit verlaagt de pH van de maag dus nog meer.


Als de vertering van eiwit een beetje op gang is gekomen, begint een positive feedback loop: het resultaat van het proces versterkt het proces. In dit geval werken de peptones (kleine stukjes eiwit) als signaal voor G cells en chief cells om nog harder te werken. G cells maken daardoor meer gastrin, waardoor ECL cells meer histamine maken en parietal cells meer zuur. Peptones stimuleren chief cells  om meer pepsinogeen te maken, dat in de zure omgeving pepsine wordt, waardoor nog meer eiwit wordt afgebroken. Meer afgebroken eiwit geeft ook meer peptones, dus het signaal versterkt zichzelf. Natuurlijk alleen maar zolang de peptones aanwezig blijven. Zodra de maaginhoud voldoende verteerd is, gaat het verder naar de darmen en wordt de positieve feedback verbroken.


Het lichaam vereist regulatie op meerdere niveaus en in de maag komt dat in de vorm van de tweede type endocriene cel op de bodem van de crypt. D cells, via de productie van somatostatin (Grieks voor: zet het lichaam stil (ongeveer)), zijn de rem op maagzuur productie. De D cell doet aan het begin van de vertering in de maag nog niet zo veel. Maar wanneer de pH van de maag lager wordt en de hoeveelheid gastrin in de omgeving hoger, dan begin de afgifte van somatostatin aan de omgeving. Somatostatin remt de processen van ECL, G en parietal cells en remt daarbij de productie van maagzuur. Hoe sterker de signalen zijn voor het produceren van maagzuur, hoe meer D cells worden gestimuleerd, wat dus als tegenreactie leidt tot de afremming van maagzuurproductie door somatostatin. Dit is een typische negatieve feedback loop: het resultaat van een proces remt het proces.
Somatostatin wordt ook gemaakt door cellen in het begin van de darm (duodenum) als reactie op het legen van de maag. Omdat somatostatin endocrien wordt afgegeven, heeft het effect op meer dan alleen de directe omgeving en kan ook via bloed worden gecirculeerd.

Als laatste: de hele maag staat onder de controle van het zenuwstelsel, voornamelijke het parasympatische deel van het autonome zenuwstelsel, zoals eerder besproken. Dit deel werkt in het algemeen om spijsvertering en rust te bevorderen. De signaalstof die hiervoor wordt gebruikt, is acetylcholine. De zenuwuiteindes laten acetylcholine los in de omgeving van de maag. Acetylcholine bevordert de functie van alle maagcellen hier genoemd, met uitzondering van D cells, die juist worden geremd door acetylcholine. Dat was wel te verwachten, gezien de functie van het parasympatische zenuwstelsel en D cells. 


Dat is zo'n beetje wat ik weet over hoe maagzuurregulatie en eiwitvertering werkt. Dit is volgens mijn studieboek, natuurlijk (immers al 5+ jaar oud). Het boek meldde ook dat er het proces nog niet volledig was begrepen en dat er meerdere ongeidentificeerde cellen ook een effect hebben. En natuurlijk keken we hier alleen naar de maag en niet naar de rest van het lichaam. Ook ging ik er voor de eenvoud vanuit de elke cel maar 1 ding deed, wat niet het geval zal zijn.

Ik hoop dat het interessant was zo. Ik vind het zelf altijd leuk om de complexiteit te vinden achter op het oppervlak eenvoudig ogende processen. In mijn ervaring is niets zo eenvoudig of vanzelfsprekend als dat het lijkt.


donderdag 26 januari 2017

SB003: Maagzuur / Stomach acid - basics (Nederlands/ English after the break)

Ik heb wat interessante feitjes gevonden over de maag in het herlezen van mijn studieboek 'Medical Physiology' (Boron & Boulpaep, 2e editie). Omdat dit onderwerp wat complex kan worden, heb ik de uitleg in twee delen opgedeeld. Het eerste deel is, naar mijn inschatting, de basis die nodig is om het algemene beeld te krijgen.

Figuur 1: Eiwit vertering
In figuur 1 staat de anatomie van de maag (een schematische versie) en eiwit vertering in de maag schematisch weergegeven. Gekauwd voedsel komt de maag binnen en kan de maag pas verlaten als het kleiner is dan 2 mm. Vloeistoffen kunnen dus vrijwel direct door de maag heen het darmkanaal in. Spieren in de maagwand bewegen voedsel heen en weer, tegen elkaar aan en kneden tot het klein genoeg is. Gepaard met enzymen die koolhydraten, vetten en eiwitten afbreken, is het voedsel binnen een paar uur klein genoeg om de darm in te gaan. 
De vertering van koolhydraten en vetten begint al in de mond met behulp van enzymen die specifiek koolhydraat ketens afbreken (amylases) of vetten afbreken tot vetzuren (lipases). In de maag gaat dit proces verder en wordt ook eiwit afgebroken tot kleine aminozuur ketens (peptidases). De enzymen worden gemaakt door cellen in de bekleding van de maag (het epitheel). Het maagepitheel heeft veel inhammen (crypten) en is bedekt met een laagje gel of slijm (mucus). 
Ik bespreek pepsine hier als een voorbeeld van een cool verteringsenzym, een peptidase die in de maag een belangrijke rol speel bij eiwitvertering. Zoals in figuur 1 te zien is, breekt pepsine een eiwit af tot kleine stukjes, genaamd peptones. Daarbij kan pepsine in het midden van het eiwit knippen, waar andere soorten peptidases alleen aan de uiteindes kunnen knippen. Daarmee kunnen allerlei soorten eiwitten heel snel worden verteerd.

Figuur 2: Pepsinogeen en pepsine
Maar pepsine wordt niet als zodanig gemaakt. De 'chief cell' in de maagwand maakt pepsinogeen, een voorloper van pepsine, en geeft deze af aan de maaginhoud. Pepsinogeen wordt pas actief als de pH rond 3,5 of lager is. De pH in een cel is ongeveer 7, dus pepsinogeen blijft zoals het is tot het in de maag zelf terecht komt vanuit de crypt. De maaginhoud wordt zuur gemaakt door 'parietal cells'. Verlaging van de pH door het toegevoegde zuur van de parietal cells verandert pepsinogeen in pepsine. Hoe zuurder de omgeving, hoe sneller deze verandering gaat en ook hoe sneller pepsine eiwitten kan afbreken. 

Figuur 3: Pepsine inactivatie

Pepsine in een zure omgeving is dus heel handig voor de vertering in de maag, maar wel gevaarlijk voor de cellen in de maagwand. Pepsine kan net zo goed de eiwitten in een cel afbreken en zuur met een pH lager dan 3 of 2 is erg bijtend. Daar beschermt de laag mucus (slijm of gel) tegen. Deze laag mucus wordt gemaakt door 'mucous cells' aan de ingang van de crypt, waardoor het slijm de crypt beschermt. Deze laag mucus is moeilijk te doordringen voor maagzuur en heeft een hoge pH. Het basische milieu beschermt de onderliggende cellen en stopt de werking van pepsine. Waar pepsine heel goed werkt in een zure omgeving, werkt het totaal niet in een basische omgeving. Sterker nog, pepsine wordt onomkeerbaar inactief. Op deze manier blijft de vertering van eiwitten beperkt tot de maaginhoud en niet de maag zelf.
Een klein detail: de chief en parietal cells zitten halverwege de crypt. Dus de mucus laag zit tussen hen en de inhoud van de maag. Hoe komt het zuur en de pepsinogeen dan door de mucus laag heen? Mijn boek zei, men denkt: die worden in een soort stroompje onder hoge druk door het midden van de crypt geleid. Ik kan er zelf niets beters voor verzinnen ;).

Zo is de vertering van eiwitten in de maag nog best wel eenvoudig allemaal in vergelijking met de eerdere post. Het wordt natuurlijk wat lastiger als je dieper in de materie duikt. Er zijn allerlei regelsystemen die de productie van maagzuur controleren. Die ga ik in het volgende deel bespreken, voor de liefhebbers. Dus in de volgende post komt de basis van maagzuur regulatie. Tot dan :)


donderdag 24 november 2016

Supplemental Figure Bulletproof Blogpost (Dutch/English after the break)

Deze blogpost is een nieuw experimentje deze keer. Dit is waar ik graag mee verder zou gaan en waar ik ook ongelofelijk van geniet :D. Voel je vrij om deze afbeelding te downloaden en afdrukken voor eigen gebruik, maar voor andere zaken graag contact opnemen. De download link staat onder de afbeelding.

--- 

This blogpost is just a small new experiment. This is what I would love to continue working on and work that I enjoy doing immensly. Feel free to download and print the image for personal use, but for other uses please contact me. The download link is below the image.

---

Downloadlink voor afbeelding / link to download image


Ik kwam laatst deze blogpost tegen van Dave Asprey over het veranderende beeld van cholesterol en voeding: https://blog.bulletproof.com/why-doctors-finally-called-a-truce-on-cholesterol-in-food/.
Ik vond dat deze post een goede samenvatting was van mijn begrip over deze kwestie, dus ik besloot er een supplemental figure bij te maken. In wetenschappelijke artikelen is het gebruikelijk om complexe interacties in het lichaam schematisch uit te leggen en samen te vatten in 1 overzicht. Dat was hier ook mijn bedoeling. Natuurlijk niet het hele verhaal, maar hopelijk in ieder geval vermakelijk en begrijpelijk. Onthoud, ik ben slechts een nederige masterstudente Biomedical Sciences, geen gediplomeerde arts.

Men hoort veel verhalen over cholesterol in ons dagelijks leven, via nieuws, de tv, de arts, vrienden en kennissen etc die vertellen dat cholesterol zo slecht voor ons is. Zelf heb ik me iets meer (nadruk op ‘iets’) verdiept in de wetenschappelijke literatuur om te bekijken waarom cholesterol nu zo slecht is. Ik begon met de basisvragen.

Ten eerste: wat wordt bedoeld met de term ‘cholesterol’? Er zijn een aantal mogelijkheden: het molecuul cholesterol zelf (hierna genoemd ‘cholesterol’) of, in de medische context, de verpakking genaamd lipoproteine waarin cholesterol- en vetmoleculen in ons bloed vervoerd worden. 


 De biochemische structuur staat schematisch weergegeven in het bovenste deel van het figuur. Een organisch molecuul, dus voornamelijk koolstof- en waterstofatomen. In het lichaam is cholesterol een essentiële voedingsstof en is onder ander werkzaam als bouwstof voor de hormonen testosteron, progesteron, oestrogeen, cortisol en aldosteron. Verder is cholesterol de bouwstof voor galzuren, een deel van gal dat in de darmen de opname van vetten en vetoplosbare vitaminen mogelijk maakt [1]. Als laatste, en waarschijnlijk als belangrijkste punt, cholesterol is noodzakelijk voor de gezondheid van de hersenen en het zenuwstelsel op lange termijn. Hoewel de hersenen 2% van het totale lichaamsgewicht opmaken, bevatten ze 25% (!) van de totale hoeveelheid cholesterol [2]. Dit zit bijvoorbeeld in myeline, de isolatie van de zenuwcellen. Myeline voorkomt ‘kortsluiting’ van de zenuwsignalen, zoals rubber koperen kabels isoleert, en maakt de signaaloverdracht van de zenuwcellen vele malen sneller en efficiënter. Even terzijde: een hypothese op het gebied van Alzheimer’s Disease is dat het begint met een gebrek aan cholesterol in de hersenen, om welke rede dan ook [3]. Gelukkig wordt deze essentiële voedingstof ook door het lichaam zelf gemaakt als we niet genoeg uit ons eten kunnen halen en een overschot kan via de darmen weer worden afgevoerd. Met die rede is cholesterol waarschijnlijk ook door de USDA (United States Department of Agriculture) vrijgesproken van het eerdere schadelijke stigma dat het had tot een ‘nutrient of no concern for overconsumption’ [4]. Dus cholesterol is een noodzakelijke voedingsstof in het lichaam waar we praktisch niet te veel van kunnen eten.

Met ‘cholesterol’ in de volksmond kan ook LDL en HDL bedoeld worden, de lipoproteines waarin cholesterol en vet vervoerd worden in het bloed. Vet en cholesterol, als zodanig niet wateroplosbaar, worden door de lever verpakt in lipoproteines, zodat de rest van het lichaam deze voedingsstoffen via het bloed kunnen ontvangen. De verschillende soorten lipoproteines (HDL, IDL, LDL, VLDL) verschillen in het verpakkingsmateriaal en de verhoudingen van vet tot cholesterol dat ze vervoeren, zoals ik het begrijp. De afkortingen staan voor High, Intermediate, Low en Very Low Density Lipoprotein.
Veel LDL in het bloed is slecht, horen we veel, want dat veroorzaakt hart- en vaatziektes. Een ernstige zaak, zeker. Maar ik merk dat weinig mensen weten hoe LDL zo schadelijk is. Eerst even terug naar de vetten, die samen met cholesterol vervoerd worden in het bloed in lipoproteines.
Vetten (en vetzuren) komen in verschillende vormen en maten. De standaard indeling is verzadigd, enkelvoudig onverzadigd en meervoudig onverzadigd. Vetzuren bestaan uit een ‘kop’ die wateroplosbaar is en een ‘staart’ die waterafstotend is. Deze staart is een lange keten van koolstofatomen, waar een dubbele verbinding (of meer) in kan zitten. De hoeveelheid dubbele bindingen bepalen de status als (meervoudig) onverzadigd.

 
Veel voedsel bevat een mengsel van verzadigd en (meervoudig) onverzadigde vetzuren. Roomboter, kokosnoot en lard (dierlijk vet) bevatten veel verzadigde vetzuren, eieren en vis veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren (denk omega-3), en avocado’s en de plantaardige oliën bevatten veel meervoudig onverzadigde vetzuren. Men zegt: die plantaardige oliën zijn goed voor het hart want die verlagen totaal LDL in het bloed. En dat doen ze zeker. De conclusie die volgt is: dus plantaardige oliën zijn goed ter voorkoming van hart- en vaatziektes. Dat volgt niet, helaas. Zie, er is een nadeel aan die mooie meervoudig onverzadigde vetzuren, namelijk dat ze heel heel heel snel beschadigd raken als je even niet oplet, wanneer ze worden verwarmd of in de zon staan, of zelfs al tijdens de productie van de olie. De dubbele bindingen zijn namelijk heel gevoelig voor zuurstof radicalen (Reactive Oxygen Species (ROS)) die ontstaan bij verhitting of door UV straling. Het resultaat: transvet (zie wikipedia en dergelijke). Transvet bevordert juist hart- en vaatziektes. Het supergezonde onverzadigde vet kan dus in een handomdraai een serieuze risicofactor worden. En hoe meer onverzadigd het vet, des te makkelijker het beschadigd raakt en dus hoe schadelijker het kan zijn. Aan de andere kant, verzadigde vetten hebben de dubbele binding niet en zijn daardoor stabieler, maar daarvan horen we juist dat ze slecht zijn omdat ze LDL cholesterol verhogen. Wat een paradox zo. De oplossing ligt mogelijk in ons begrip van het proces van atherosclerose (met leuke plaatjes, dus niet in slaap vallen, he ;) ).

Atherosclerose: de slagader vaatwand raakt vernauwd door een opstapeling van LDL en witte bloedcellen in de vaatwand, waardoor de bloedstroom vermindert en de bloeddruk omhoog gaat ter compensatie. Uiteindelijk kan dit leiden tot onvoldoende bloedvoorziening (denk hartaanval of herseninfarct). Nogal een probleem, dus. Maar waar begint het? Dit is zoals ik het begrepen heb.




Zie het figuur en lees mee [5]: Cholesterol en vetzuren worden via lipoproteines bezorgd aan de cellen in het lichaam. IDL en VLDL worden gemaakt in de lever, bezorgen hun inhoud aan cellen en worden uiteindelijk LDL. Normaal gaat LDL nog even de hersenen langs om cholesterol af te leveren en gaat terug naar de lever voor recycling. Maar mochten de vetzuren in de LDL beschadigd zijn door ROS (zuurstofradicalen), kan de LDL met de beschadigde (meervoudig onverzadigde) vetzuren in de slagader vaatwand terecht komen. Niet helemaal de bedoeling, dus de vaatwand geeft door aan de monocyten (een type witte bloedcel) dat er een probleem is in de vaatwand. De monocyt kruipt de vaatwand in, ontwikkeld zich tot een macrofaag (de schoonmakers en vuilniscellen van het lichaam) en gaat op zoek naar het probleem. Vervolgens eet de macrofaag de beschadigde LDL (oxLDL) op en probeert het af te breken. Helaas is dit niet altijd mogelijk, zeker als een macrofaag te veel beschadigde LDL moleculen heeft opgegeten. Dit is namelijk schadelijk voor de macrofaag, om zo veel cholesterol en vetzuren binnen te krijgen. De macrofaag sterft af als gevolg en laat zijn eigen resten en de onverteerde oxLDL achter. Nog meer troep om op te ruimen, dus nog meer monocyten worden geroepen die net zo min succesvol zijn om dit probleem op te lossen. Een vicieuze cirkel lijkt wel. Maar het lichaam heeft een oplossing.
HDL, geprezen in de medische wereld als opruimer van overmatig cholesterol in de weefsels, draagt een mogelijk nog belangrijkere speler: vitame E. Deze vetoplosbare antioxidant wordt vervoerd door HDL en is in staat om beschadigde vetzuren te repareren. LDL bevat weer deze normale (meervoudig) onverzadigde vetzuren en kan nu netjes worden afgevoerd uit de vaatwand. Zodra de troep is opgeruimd, vertrekken de macrofagen en is de vaatwand ook weer blij.

Leuk verhaaltje toch zo? We begrijpen iets meer van wat er gebeurt in ons lichaam. Duidelijk, wat we horen over LDL is waar: LDL is een probleem. Immers, zonder LDL geen oxLDL in de vaatwand. Daar begaan we een fout in onze redenatie. In de voorgaande beschrijving hoop ik duidelijk gemaakt te hebben: LDL is een natuurlijk en noodzakelijk deel van onze biologie. We kunnen niet zonder LDL. De hersenen en de rest van het lichaam hebben het nodig. Een alternatieve theorie: oxLDL in de vaatwand is niet de oorzaak van het probleem, maar een logisch gevolg ervan. Als we nogmaals het proces bekijken, zien we waar de schade gedaan wordt, namelijk in de beschadigde (meervoudig onverzadigde) vetzuren. Zonder deze schade is LDL geen probleem meer. De echte oorzaak van atherosclerose ligt mogelijk daar: bij de zuurstofradicalen.
Tsj, leuk verteld hoor, maar wat doet men nu met deze informatie? Ik kan die zuurstofradicalen toch net zo min vermijden? Inderdaad, ze zijn niet te vermijden, maar wel te verminderen, door slim met eten om te gaan. De zuurstofradicalen ontstaan bij het verhitten van eten en door UV straling (uit zonlicht). Die zijn te vermijden door op lage temperaturen te bakken en door olie goed op te bergen. Beter nog, bak met boter of kokosolie en gebruik die dure olijfolie alleen in de saladedressing, of gebruik water om voedsel in te stomen of koken. Meer antioxidanten eten kan ook. Die zitten veel in groentes als vitamine C (een beetje in fruit, maar vele malen meer in groentes) en in gezond vlees/vis/zuivel als vetoplosbare vitamines.
Maar bakken met boter of kokosolie verhoogd LDL door die verzadigde vetzuren, dus dat is ook niet echt een optie, toch? Daarbij gaan we er nog steeds vanuit dat hoog LDL het probleem is. Met uitzondering van de zeldzame mensen met genetisch bepaalde superhoge LDL, zal dit geen probleem zijn. Ik bedoel, het verhoogd LDL waarschijnlijk niet tot het punt dat er een probleem ontstaat. LDL cholesterol op zichzelf is geen risicofactor voor hart- en vaatziektes. Beschadigde vetzuren zijn het probleem.
De beste bewijs van deze theorie: probeer het zelf. Probeer een maandje met boter of kokosolie te bakken in plaats van plantaardige olie. Even wat minder of geen frituur eten. Doe boter in je koffie, zoals ik doe. Hoe voelt dit? Wat zegt de bloedtest voor en na het experiment? Het werkt prima voor mij, maar ieders lichaam is net even anders. De wetenschap weet heel veel over de gemiddelde mens die niet bestaat, maar dat zegt vaak weinig over een individu.

De conclusie is dus: iedereen had ongelijk over LDL en cholesterol en hart- en vaatziektes? Nee en ja. Nee, want ze spelen een rol, maar zijn niet de oorzaak. Ja, want we weten nu dat het proces lastiger is dan we eerst dachten. Dat is hoe wetenschappelijke vooruitgang werkt, en ook alleen als we openstaan voor nieuwe data en onze conclusies dan aanpassen. In diezelfde zin hoor ik het graag als ik het fout heb. Ik wil graag zo gezond mogelijk oud worden, net als iedereen. Dat gaat makkelijker als we samen eraan werken en van elkaar leren.
Als laatste, een idee om over na te denken: als we gezond eten (planten en dieren die zelf gezond waren), worden we zelf gezond, vanzelf. Let food be thy medicine and thy medicine be thy food.

Dit is zeker niet het einde van dit verhaal. Een hoop details heb ik weggelaten voor de begrijpelijkheid van het geheel en omdat mijn eigen kennis nog incompleet is. Er zijn nog veel andere belangrijke spelers om voor te stellen. Voor nu, laat ik het hierbij. I hope you enjoyed it :).

---

I found this blogpost from Dave Asprey a little while ago, about the changing view on cholesterol and diet: https://blog.bulletproof.com/why-doctors-finally-called-a-truce-on-cholesterol-in-food/.
I consider his blogpost to be a nice summary of my understanding concerning this matter, so I decided to make a supplemental figure. In scientific articles, the authors commonly include figures to summarize and explain complex interactions in the body. That was my intention with this figure. Do remember that I am merely a humble master student biomedical sciences and not a medical doctor.

Day to day, we encounter a lot of medical facts and opinions about the dangers of cholesterol in our diet from the media, physicians, friends, family etc. I studied this issue as a personal interest slightly more (with emphasis on ‘slightly’) by looking into scientific literature to understand why cholesterol would be bad for one’s health. I started with some basic questions:

First, what is meant by the term ‘cholesterol’? One of the options is the molecule cholesterol (hereafter referred to as ‘cholesterol’) or, in a medical context, the packaging of cholesterol- and fat molecules in our blood, named lipoproteins.


The schematic molecular structure of cholesterol is depicted at the top of the figure. It’s an organic molecule, so it is mostly made up of carbon- and hydrogen atoms. Cholesterol is an essential nutrient in our bodies and is (among others) used as precursor for the hormones testosterone, progesterone, estrogen, cortisol, and aldosteron. Furthermore, cholesterol is the precursor for bile acids, a part of bile that aids in the digestion and absorption of fats and fat-soluble nutrients [1].  Finally, and perhaps most importantly, cholesterol is required for long-term brain and nervous system health. Even though the brain only takes up 2% of body mass, it contains 25% (!) of total cholesterol [2]. This cholesterol is contained, for example, in myelin, the insulation material of neurons. Myelin prevents ‘short-circuiting’ of neuronal signals, like an insulated copper wire, and enables faster and more efficient signal transduction. BTW: an hypothesis in the area of Alzheimer’s Disease is that the disease starts with a cholesterol deficiency in the brain, whatever the cause of that may be [3]. Luckily, this essential nutrient can be produced by our cells if our dietary consumption is insufficient and an excess can be excreted through our gut. It is probably for that reasons that the USDA recently exonerated cholesterol and declared it ‘a nutrient of no concern for overconsumption’ [4]. Therefore, cholesterol is an essential nutrient that we practically cannot eat too much of.

 ‘Cholesterol’, generally speaking, can also refer to LDL and HDL, lipoproteins that transport cholesterol and fat in the bloodstream. Fat and cholesterol, as they are not water-soluble, are packaged by the liver into lipoproteins, enabling the rest of the body to use receive these nutrients from the bloodstream. The different kinds of lipoproteins (HDL, IDL, LDL, VLDL) differ in their packaging material and ratios of fat to cholesterol, as I understand it. The abbreviations stand for High, Intermediate, Low, and Very Low Density Lipoprotein. High levels of LDL in our blood is bad, we often hear, because it causes cardiovascular diseases. A very serious matter, indeed. But in my experience very few people know why LDL is so harmful. To examine this, lets return to the fats and cholesterol contained within.
Fats (and fatty acids) come in various shapes and sizes. The standard classification is saturated, mono-unsaturated, and poly-unsaturated. Fatty acids have a water-soluble ‘head’ and a water-insoluble ‘tail’. This tail is a long chain of carbon atoms, which may contain double bonds. The amount of double-bonded carbon atoms determines the classification as (poly-)unsaturated.

Most foods contain a mixture of saturated and (poly-)unsaturated fatty acids. Butter, coconut and lard contain a lot of saturated fatty acids, eggs and fish a lot of mono-unsaturated fatty acids (e.g. omega-3), and avocados and vegetable oils contain a lot of poly-unsaturated fatty acids. We hear: those vegetable oils are heart-healthy because they lower total LDL in the blood. And they certainly do. The conclusion that follows: therefore vegetable oils prevent cardiovascular disease. Unfortunately, that is not the case. You see, the disadvantage of those beautiful poly-unsaturated fats is that they are very very very easily damaged, for example by heat (from cooking) or by UV radiation (from sunlight), or even during the production of the oil. The double bonds are very sensitive to radical oxygen species (ROS) created by heating or exposure to UV radiation. The result: transfat (see Wikipedia or something). Transfats are a contributor to cardiovascular diseases. So the superhealthy poly-unsaturated fats can easily become a serious risk factor. And the more unsaturated the fat, the easier it gets damaged and therefore the more damaging it can be. On the other hand, saturated fats don’t have double bonds and are thus more stable. However, saturated fats raise blood LDL cholesterol, which was said to be the issue. How to resolve this paradox? The solution may be found in understanding the process of atherosclerosis (with pictures, so don’t doze off on me, now ;) ).

Atherosclerosis: the arterial wall narrows due to deposition of LDL and white blood cells in the arterial wall, which reduces blood flow and increases blood pressure as a way to compensate. Eventually this can lead to insufficient blood flow (think heart attack or stroke). Quite a problem. But how does it start? This is how I understand it (remember, I am not a medical professional, just a humble, slightly too enthusiastic student biomedical sciences).


See the figure and read along [5]: Cholesterol and fatty acids are transported by lipoproteins to the cells in the body. IDL and VLDL were made by the liver, deliver their contents to the cells and transition into LDL. Generally speaking, LDL delivers cholesterol to the brain and returns to the liver for recycling. However, if the fatty acids contained in the LDL are damaged by ROS, the LDL might end up stuck within  the arterial lining. Not according to plan, so the arterial wall signal to the monocytes (a type of white blood cell) that there is a problem. The monocyte enters the arterial lining, develops into a macrophage (the cleaners and garbage cells of the body) and goes in search of the issue. Next, the macrophage eats the damaged LDL (oxLDL) and tries to break it down. This does not always work out, especially if the macrophage has internalized too many oxLDL particles. Internalizing that many fatty acids and cholesterol all at once is damaging to the macrophage. As a result, the macrophage dies and leaves behind its remains and the undigested oxLDL. More garbage to clean up, and thus more monocytes are recruited, which are just as unsuccessful at clearing the problem. It seems a vicious cycle. But the body has a solution.
HDL, much praised in the medical community for clearing excess cholesterol from tissues, carries with it a possibly more important player: vitamin E. This fat-soluble antioxidant is transported by HDL and is capable of repairing damaged fatty acids. LDL once again contains normal (poly-)unsaturated fatty acids and is neatly cleared from the arterial lining. With the mess cleared up, the macrophages leave and the arterial wall is happy once more.

Pretty nice story, right? This allows us to understand a bit more of what goes on in our bodies. Clearly, what we hear about LDL is true: LDL is a problem. Without LDL there would be no oxLDL. That does not seem to be the conclusion of this argument. As I tried to clarify in my previous description: LDL is a natural and requisite part of our biology. We cannot be healthy without LDL. Our brains and the rest of our bodies need it. An alternative theory: oxLDL in the arterial lining is not the cause of the problem, but a consequence. If we reexamine the process, we see that the real damage is done by the damaged (poly) unsaturated fatty acids within the LDL. Without this damage, LDL causes no problems. The real cause of atherosclerosis is more likely the reactive oxygen species.

Alright, nice story, but how does it help me? I cannot avoid these ROS, right? Indeed, we cannot avoid them, but we can reduce them, by  being smart about how and what we eat. ROS are created by heating food and by UV radiation. We can avoid those by cooking at lower temperature and by protecting our oils from sun light. Better yet, use butter or coconut oil for cooking and leave the expensive olive oil for salad dressings, or use water to steam or boil food. We can also consume more antioxidants They are abundant in vegetables as vitamin C (some in fruits, but way way more in vegetables) en in healthy meats/fish/dairy in the form of fat-soluble vitamins.
But cooking with butter and coconut oil will increase my LDL cholesterol due to the saturated fats within, so that is not really an option, right? Only if we still assume that high LDL in itself is the problem. With the exception of a few rare individuals with genetically determined extremely high LDL, this will not be a problem. I mean to say that eating a bit of saturated fat probably will not increase your LDL by that much. And we established that LDL is not a cause of cardiovascular diseases, damaged fatty acids are.
The most convincing proof of this theory: try it for yourself. Try a month of cooking with butter or coconut oil instead of vegetable oils. Eat fewer fried foods. Add butter to your coffee, like I do. How do you feel? What do your blood tests say before and after this experiment? It works great for me, but every body is different. Science tells us a lot about the non-existent average person, but very little about individuals.

The conclusion is: most people are wrong about LDL and cholesterol in cardiovascular disease? No and yes. No, because they play a role, but are not the cause. Yes, because we know now through science that the process is far more complex than we first thought. That’s how scientific progress works, and only if we are open for new data and willing to adjust our conclusions accordingly. In the same line, I would like to hear if any of my arguments, data or conclusions are incorrect. I want to grow old as healthy as possible, like everyone else. It’s much easier if we help one another and learn from each other.
Finally, a thought to consider: if we eat healthy food (plants and animals that were healthy themselves), we will become healthy as a side effect. Let thy food be thy medicine and thy medicine be thy food.

This is definitely not the end of this story. There are lots of details I left out for the sake of your understanding of the big picture and because my own knowledge is still incomplete. There are many other players  left to introduce. For now, this will be all. I hope you enjoyed it :).


Referenties / References

1.            Staels, B. and V.A. Fonseca, Bile acids and metabolic regulation: mechanisms and clinical responses to bile acid sequestration. Diabetes Care, 2009. 32 Suppl 2: p. S237-45.
2.            Dietschy, J.M. and S.D. Turley, Cholesterol metabolism in the brain. Curr Opin Lipidol, 2001. 12(2): p. 105-12.
3.            Seneff, S., G. Wainwright, and L. Mascitelli, Nutrition and Alzheimer's disease: the detrimental role of a high carbohydrate diet. Eur J Intern Med, 2011. 22(2): p. 134-40.
4.            http://www.health.gov/dietaryguidelines/2015-BINDER/meeting7/docs/DGAC-Meeting-7-SC-1.pdf
5.            Moore, K.J., F.J. Sheedy, and E.A. Fisher, Macrophages in atherosclerosis: a dynamic balance. Nat Rev Immunol, 2013. 13(10): p. 709-21.

dinsdag 22 november 2016

Update 1e miniproject SB001 (English)

Sinds mijn laatste post heb ik weinig actie ondernomen, maar daar later meer over.

Voor nu: ik heb mijn 1e miniproject geupdate met verder uitgewerkte tekeningen. De tekst is hetzelfde. Voor de  mensen die interesse hebben, is de nieuwe versie hier te downloaden:

Nieuwe versie SB001

Er komt binnenkort weer een nieuwe post (ergens deze week).

-------

To my non-Dutch friends:
I updated my first miniproject with more refined figures. The text remains the same. If you are interested, you can download the new version here:

New version SB001

I will write a new blog post soon (sometime this week).

donderdag 2 juni 2016

16 Mei tot 01 Juni - Rant over 'gezondheid' - Lees deze nog maar 3 x

Duidelijk kan ik niet op een wekelijkse basis alleen iets vertellen over mijn belevenissen in Amerika, voornamelijk omdat mijn stage niet bijzonder snel vooruit gaat. Er gebeurt vanalles, zeker deze laatste weken. Veel overleggen met samenwerkende onderzoekers, veel voorbereiden voor muiswerk en vervolgexperimenten, etc.
Voor mij de perfecte tijd om al mijn vaardigheden toe te passen die ik in de laatste jaren heb opgedaan:
- Time en project management: ik moet nu alle experimenten voor mijn report in 4 weken afmaken, voor ik terugga naar Nederland. Verder wil ik ook van mensen hier fatsoenlijk afscheid nemen. En nog een beetje een redelijk schema hebben voor de dag. Een hoop gepuzzel, maar dat vind ik alleen maar uitdagend, en tot nu toe is alles goed verlopen.
- Stress management: Nu pas merk ik hoe zeer dit belangrijk is, om gewoon te kunnen chillen. Dat doe ik dan ook, misschien meer dan wenselijk is ;). Voornamelijk let ik op mijn interne dialoog: hoe ik over mijn omstandigheden denk en over mijn handelingen ten opzichte daarvan. Ik kan mijzelf in een ware depressie denken, maar net zo snel weer de wolken in. Je snapt wel waarop ik focus :)
- Dieet: wat ik eet blijkt veel impact op mijn energieniveaus en concentratie te hebben. Bulletproof koffie in de ochtend en ik kan makkelijk doorgaan tot halverwege de middag zonder honger of zorgen om eten. Dan thuis lekker veel groentes en een stukje vlees of vis. Heerlijk!
- Slaap: mijn schema is iets anders nu: ik zet mijn wekker niet en slaap tot ik wakker wordt (zover ik in de ochtend geen afspraken heb op het lab) en 's avonds ga ik door tot ik moe wordt (vaak pas rond 11 uur of later.). Als ik dan vroeg moet opstaan, merk ik het wel voor de rest van de dag, maar ik kan lastig in slaap vallen als ik 's avonds te veel nadenk over wat er de volgende dagen/weken op de planning staat, dus dan werk ik gewoon wat langer door (tot 2 uur ofzo). Niet ideaal, maar het werkt opzich goed voor mij op dit moment.

Dus, 1 van de redenen waarom blogposts nu wat minder frequent zijn, is het ontbreken van een interessant onderwerp. Ik heb niet bijzonder veel te vertellen over mijn stage op dit moment, zoals ik al zei. 
Gelukkig komt daar de Nederlandse media met het nieuwste schandaal/claim/opmerking, waar ik lekker over kan nadenken. De TV-kijkers onder ons (ik ben daar niet 1 van, zal zo wel duidelijk zijn waarom) die graag naar NPO programmas kijken, zullen misschien vorige week de aflevering van het programma 'Broodje gezond' hebben gezien over sinaasappelsap/vruchtensap en hoe 'gezond' dit echt is voor je. Ik heb daar een paar gedachtes over, die ik vrijelijk op mijn blog ga delen met jullie. *evil laugh*. Ga lekker zitten en geniet.
Disclaimer: ik kijk geen TV. Ik ben een biomedisch wetenschapper in opleiden met een buitengewone passie voor het menselijk lichaam die regelmatig (lees dagelijks meerdere uren) naar filosofie en biohacking podcasts luistert.
With that in mind...

Mijn gedachtes over gezondheid en algemene media, in mijn ervaring.
Ongeveer een jaar geleden ben ik voor het eerst echt gaan nadenken over wat een gezond dieet inhoud. Nu was het voor mij al snel duidelijk dat mijn persoonlijke dieet (de dingen die ik eet) op basis van wetenschap zou worden bepaald: ik zou in de literatuur gaan onderzoeken welk dieet ziektes kan voorkomen. Een paar maanden geleden vond ik het concept van biohacking, dat verder daarin gaat en waarbij dieet gezien wordt om een manier om prestatievermogen te verbeteren. 
Wat is nu het verschil hiertussen? 
Aan de ene kant: het voorkomen van ziektes
Aan de andere kant: optimale prestatie.
Ik zie het zo: optimale prestatie veronderstelt het voorkomen van ziektes. Ziektes zijn logischerwijs belemmerend voor optimale prestatie, dus een dieet dat focust op optimale prestatie focust daarbij automatisch op het voorkomen van ziektes.
Hoe veel mensen denken op die manier over dieet? Geen idee, eerlijk gezegd. Ik weet wel dat ik vroeger dacht over dieet als een 'tijdelijk aangepast etenspatroon'. Nu denk ik erover als: de dingen die ik regelmatig eet. Weer een andere mindset, dus. 

Mijn eigen dieet (de dingen die ik eet) gaat nu uit van dingen waar ik me goed bij voel. Ik heb de laatste weken veel minder gegeten dat mogelijk (volgens wetenschappelijke bronnen) problemen kan leveren voor sommige (of alle) mensen die het eten. Problemen zoals: slaapproblemen, energie schommelingen/tekort, concentratie problemen, slechte huid, slechte stoelgang, allergieen, honger, etc. Dit zijn vaak symptomen waar mensen gewend aan raken en het niet langer zien als een probleem. Honger, bijvoorbeeld, voel ik niet meer, sinds ik anders ben gaan eten. Wat eet ik nu? Groentes, boter, eieren, gehakt, vis. Zo dicht mogelijk bij de bron. Niet verwerkt, niets toegevoegd. Maar ook geen granen, geen zuivel. Mijn energie en conctratie zijn veel verbeterd sinds ik zo ben gaan eten en dit is slechts het begin van de ideeen die ik heb opgedaan sinds het horen van dit concept van biohacking.

Het belangrijkste dat veranderd is, is de betekenis van het woord: gezondheid. Zoals ik al zei, dat kan verschillend geinterpreteerd worden. Wanneer is iets gezond? Wat is de standaard? Is iets gezond als je er niet ziek van wordt? Of als je er ziektes mee voorkomt? Of als je er optimaal me presteert? 
Mijn standaard vraag nu, als iemand iets 'gezond' noemt, is 'waarom?'. En dan blijf ik doorvragen, met aandacht op de biologische achtergrond van de titel 'gezond'. Wat vinden wij gezond? En wat is de schaal waarop we werken? Denken we aan optimale prestatie, of alleen maar aan niet gelijk ziek worden?

De relevantie van deze vragen is duidelijk geworden aan de hand van een aantal TV-programmas die ik de laatste tijd heb gezien en de zoveelste gezondheids claim die ik heb gehoord. Dat wil niet zeggen dat de claim incorrect is. Als wetenschapper kan ik dat pas beoordelen als ik het bewijs heb gezien, en dat heb ik nog niet onderzocht in zoverre dat ik hierover kan rapporteren. Dit is slechts mijn mening vanuit wat ik de laatste tijd aan informatie heb gevonden en vanuit mijn basiskennis opgedaan tijdens mijn studie. 
Om de laatste aflevering van 'Broodje gezond' als voorbeeld te nemen, over vruchtensappen. (BTW: handig om de aflevering eerst te kijken). 
Kort samengevat, de claim is dat vruchtensap, in het bijzonder sinaasappelsap, net zo veel suiker bevat als Cola of frisdrank en daarom niet zo gezond is als mensen denken. Laten we dat even goed bekijken.
Vragen komen in mij op zoals:
- Waarom is suiker ongezond?
- Zit dezelfde suiker in vruchtensap en in frisdrank?
- Waarom denken/dachten we dat sinaasappelsap gezond is/was?
- Wat bedoelen we sowieso met gezond in deze context?

Genoeg om te onderzoeken en sommige vragen worden ook in de aflevering beantwoordt. Er worden experts over ondervraagd, artsen en onderzoekers. Die weten natuurlijk waar ze het over hebben *ahum, dat is een andere discussie, voor een later moment ;)*.

In ieder geval lijkt 'gezond' in deze context voornamelijk 'niet ziek worden' of 'voorkomen van ziektes' te zijn. Suiker wordt aangedragen als de oorzaak van veel ouderdoms/welvaartsziektes zoals diabetes type II en overgewicht/obesitas. Dit wordt verklaard doordat suiker zoals in frisdrank veel pieken in insuline veroorzaakt die op lange termijn het lichaam minder gevoelig maken voor insuline, waardoor suikerziekte ontstaat. 
Klinkt logisch en lijkt ook te kloppen met wat ik hierover weet. En makkelijk ook, zo!
Maar als het zo is dat suiker diabetes type II, overgewicht en andere welvaartsziektes veroorzaakt, waarom schrijft de arts dan geen dieet voor, maar medicijnen? (andere discussie weer, he Cecile ;) )

Wat zou mijn studie toch makkelijk zijn als het echt zo simpel was. Als we de hele wereld van diabetes type II konden genezen door simpelweg geen suiker meer te eten. Maar helaas, er komt nog veel meer bij kijken en de problemen liggen dieper dan suiker/eiwit/vet. Als we zouden kijken naar wat er allemaal 'slecht is voor de gezondheid', dan zou je niets meer kunnen eten. 
Een paar elementen die voor mij relatief nieuw zijn om te overwegen als het gaat om voedsel:
- Waar komt het vandaan? Hoe is het verbouwd?
- Wat heeft mijn eten gegeten?
- Op welke grond hebben de groentes gegroeid?
- Wat is er toegevoegd aan mijn eten? Hormonen, antibiotica, pesticiden, genen (GMO's)?
- Hoe lang sinds de oogst? Hoe vers is het product echt?
- Wat zit er nu ECHT in mijn eten? Welke vitaminen, mineralen, sporenelementen?
- Waarin is het eten verpakt en hoe kan het zo lang bewaard worden?

Een van de opmerkingen die in mijn onderzoek meer en meer terugkomt, is dat ons eten minder voeding geeft dan een eeuw geleden. Een grotere hoeveelheid voedsel wordt geleverd, maar minder voeding per gram of volume. Zoals voor aardbeien: die kleine hollandse aardbeien zijn veel zoeter dan die grote aardbeien uit spanje. Waarom? Water, onder andere. Dan lijkt de spaanse aardbei meer te zijn, maar je koopt alleen maar water. Waarom zou dit niet gelden voor andere voedingsstoffen zoals vitaminen?
Doe eens een experiment: vergelijk een hoogwaardig (duur) vleesproduct met de supermarkt goedkoopste variant. Hoe verschilt de smaak? Hoe verschilt de verzadigdheid na het eten hiervan?
Ik heb dit duidelijk ervaren met eieren, waarbij het verschil duidelijk zichtbaar is. Neem de standaard goedkope 24 per verpakking eieren en vergelijk met de 6 per verpakking biologische, kip-kan-doen-wat-ze-wil eieren. Kijk naar hoe de schaal breekt, kijk naar de kleur van de dooier, proef het verschil. Ik kan hier in de winkeln 10 eieren voor 8 dollar krijgen, of 24 voor dezelfde prijs. Waar zit het verschil?

Wat mijn punt vooral is, is dat het niet zo simpel is als we graag zouden willen denken. Er zijn enorm veel variabelen die meespelen in gezondheid:
- Voeding
- Slaap
- Stress
- Mindset
- Genen
- Omgeving
- Sport/beweging, om er maar een paar te noemen.

Hey, wat grappig dat er maar 1 bij zit die niet direct onder onze controle valt: genen. De rest, daar hebben we invloed op. 

OK, nog een tangent over calorien. Zeer belangrijk. Ik bedoel maar, waarom zouden ze anders op de verpakking van eten staan? *ahum*
Wat is een calorie nu precies? Vraag dat maar aan de natuurkundige. Even kort googlen: een kilocalorie (1000 calorien) = de hoeveelheid energie die nodig is om 1 kg water (ongeveer 1 liter) met 1 graad celsius te verwarmen. Cool, awesome, dat doet mijn lichaam veel, kilo's water verwarmen ....
Misschien niet precies dat, maar natuurlijk moet mijn lichaamstemperatuur in stand gehouden worden.
Maar mijn vraag blijft wel, hoe relevant is het nu echt om te weten hoe veel energie opgewekt kan worden (in theorie) uit het voedsel dat wij eten. Ik stel me voor: een scheikundig experiment, waarbij we eten gebruiken als brandstof om water te doen koken. Daar is het misschien relevant. 
O MIJN GOD, Dagmar! Wat zeg je nu! Calorien zijn het meeste belangrijke aspect van eten ooit! Als we meer calorieen eten dan verbranden dan komen we aan! De manier om af te vallen is om minder te eten dan we bewegen! Dat weet iedereen toch!
*lacht, zachtjes, want het is hier 12 uur 's avonds* 
Hierbij gaan we ervanuit dat de voedingstoffen uit voedsel 1 op 1 in ons lichaam worden opgenomen (hoe weet je dat?) en dat we precies kunnen meten hoeveel calorieen we verbruiken (hoe doe je dat?) en dat het lichaam energie superefficient gebruikt (is dat zo?) en dat alles dat resteert direct wordt opgeslagen (is dat zo?)
Dus wat weten we nu echt? Dit is wat mij logisch toeschijnt: als we precies moeten weten hoeveel calorieen we eten om te voorkomen dat we overgewicht krijgen, hoe deden mensen dat dan voor we scheikunde en natuurkunde hadden? Duidelijk had niet iedereen overgewicht. En als het zo simpel is als minder calorieen eten en meer bewegen, dan kunnen we afvallen op een dieet van frisdrank, of helemaal niets eten, toch? Of is het toch complexer dan dat?
De balans van energie via voeding en beweging is, zoals gewoonlijk, te simpel gezien. Iets dat mij opvalt nu, en dat voor mij ook een redelijk nieuw concept is, is dat ons lichaam stiekem heel slim en goed-ontworpen is. Goh, nooit gedacht, aangezien de mens zo ongeveer het meest succesvolle dier ooit in evolutie is. 
Dat komt heus niet allemaal doordat onze hersenen buitenproportioneel groot zijn ten opzichte van ons lichaam. Want hoe veel wordt er achter de schermen geregeld? Of zijn we veel aandacht kwijt aan het regelen van onze hartslag, ademhaling, bloedsuiker, vertering, 1 op 1 spieraansturing van skeletspieren, lopen, fietsen, praten, eten, etc etc etc. (en nog 1000 x of meer). Er zijn zo veel lichaamsprocessen die automatisch geregeld worden, waar wij onze aandacht niet aan hoeven te weiden. Dat wordt al geregeld door ons lichaam. Nu, waarom kan onze lichaam alles behalve regelen hoe dik we zijn? In de hele evolutie, zou er echt geen enkele regulatie zijn van lichaamsgewicht op een evolutionair voordelige manier? Wat is nu echt het probleem hier?
Zou het kunnen dat ons lichaam geheel in staat is om ons lichaamsgewicht te regelen? Zou het kunnen dat we deze regulatie verwoesten met wat we eten? Zou het kunnen dat ons lichaam niet is aangepast op het soort voedsel dat we nu eten (dat we slechts recentelijk zijn gaan eten als mensheid)?
Vast wel eerder gehoord, deze vragen. Ik denk gelijk paleo. Maar voor 1 seconde, schuif die vooroordelen die nu opkomen aan de kant en bekijk het bewijs. Bekijk de argumenten en het wetenschappelijke onderzoek. 
Mijn eerste vraag die ik nu stel als iemand iets 'gezond' noemt, is 'waarom?'

Voor de duidelijkheid, mijn frustratie, zoals ik die hier kan uiten, ligt niet bij een persoon in het bijzonder. Eerder, bij het aannemen van claims zonder dit te onderzoeken. Natuurlijk, niet iedereen heeft hier tijd voor en interesse in zoals ik dat heb, maar dit gaat verder dan 'gezondheid'. De media spreekt zichzelf voortdurend tegen en men weet niet meer wat ze moeten geloven. De oplossing lijkt zo eenvoudig: denk na en eet wat goed voelt. Dat werkt voor mij. Ik weet bij lange na niet zo veel over dieet / eten / etc als ik zou willen, maar ik weet iets meer, iets iets iets iets iets meer. 
De essentie is: wie weet er nu echt meer over wat gezond is dan jijzelf? Wie kent jouw lichaam beter? Wie voelt wat jij voelt? In ieder geval geen random persoon op TV, in de krant, op de radio, op het internet. Waar anders kunnen we vanuitgaan, als we onszelf niet kunnen vertrouwen?

Mijn frustratie is mijn motivatie, mijn passie, mijn Life Purpose. Dit is mijn doel, mijn visie. 
Wat is het bewijs? Wat is het onderzoek? Wat weten we echt en wat is er verzonnen/bedacht/wishful thinking? En hoe kan iedereen hiervan op de hoogte gesteld worden?

"You want to live, but tell me, is the kind of life you lead really any different from being dead?" - Seneca